zaterdag 6 augustus 2011

Poëziepolitie

Aan de zandweg in het bos stonden lange tijd regelmatig twee auto's. De ene was wat ik een mannenauto zou noemen, de andere een Lelijke Eend. In die auto zaten dan de onbekende man en vrouw. Wanneer ik er langs liep keken zij effen voor zich, alsof ze een wegenkaart bestudeerden. Maar het was duidelijk: hier liep een affaire. Man getrouwd, het leek een gezinsauto, vrouw deed mij denken aan een bibliothecaresse. Ze leken meestal te praten, maar hadden mij mogelijk al in hun spiegeltje aan zien komen, zodat ik de verstrengeling miste. De verhouding duurde langer dan een jaar, in de winter zag ik de ramen van de Eend vaak zwaar beslagen, er zat vermoedelijk toch wel flink wat fysieke warmte in hun relatie.
Op een dag besloot ik tot een plagerijtje. Ik maakte een kopie van het gedicht Hongaarse Rhapsodie van J.M.W. Scheltema. Er boven plaatste ik een tekst als in een politieverordening die vermanend verwees naar hun activiteiten. Ondertekend door de POËZIEPOLITIE. Het geheel ging in een plastic hoes en werd aan een boom dicht bij hun vrijageplaats geprikt. Eigenlijk hoopte ik commentaar te krijgen maar het effect was dat ze voortaan wegbleven en hun geluk elders moeten hebben gezocht. Dat was het einde van mijn onbezoldigde poëtisch dienderschap in het bos en ik moest me weer tevreden stellen met het begluren van reeën, hazen, konijnen en gewone eenden. Dit is het gedicht:

Hongaarse Rhapsodie
(Rika Csardas)



(Wijze: Ritka buza, ritka arpa)



Aszik vamme werc komcseggic

szunne menou

rika, rika, 

laane menou. 

Evve nochwa tetegec kerd 

toenoula melos

mal legec, mal legec 

toenoula melos.



Em ma proppe, etep proppe 

Em ma szèzchela melos

Tottic nedde crantep emme 

leckurre segret, danszeg tse 

kanapee, kanapee

toenoutyn ustoe.



Aszick csavus im melyche mostap

seggictoe 

rika, rika, 

laane menou. 

Evve nochwa pittetyn us

toenoula melos

szotterick, szotterick,

toenoula melos.



Em ma pitte, maffup pitte

Em ma szèchela melos, 

Tottic evvelec kursellef

noggetuc kydoe, danszeg tse 

szoe menou, szoe menou,

toenoutyn ustoe.



- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

uit 'Chansons, Gedichten en Studentenliederen' van J.M.W. Scheltema (1921-1947)

Geen opmerkingen:

Over Louis Radstaak

Mijn foto
Lochem, Gelderland, Netherlands
www.louisradstaak.nl